Na de oorlog werden de donateurs weer opgeroepen d.m.v. een artikel in de Wageningse Courant (Woe 19-9-’45)
Bij het doorlezen van de notulen en jaarverslagen valt het op dat er in de laatste 65 jaar niet zo veel is veranderd. Juichende verhalen over prachtige voorstellingen, gewonnen prijzen, volle zalen en geweldige feesten worden afgewisseld door verhalen in mineur over slechte voorstellingen met weinig bezoek, teruglopende aantallen donateurs en problemen met regisseurs.
Voorjaar 1946
Het eerste stuk na de oorlog, “Een Wespennest” werd twee maal uitgevoerd,, de eerste keer voor de ruim 200 donateurs, de tweede keer voor “de ouden van dagen”.
Dit stuk was eerder opgevoerd in 1939.
Het 40 jarig jubileum werd op 3 april groots gevierd. Het jubileumstuk was “De Familie Stastok”, de opvoering werd gevolgd door een groots “Bal-Masqué”. Prachtige costuums waren te zien en de jury had een zeer moeilijke taak bij de toekenning van de diverse prijzen. De coctailbar was een waar succes. Zeer vele personen waren er niet van weg te slaan. Minder prettige incidenten kwamen gelukkig niet voor.
Tot slot op 4 april “Thé Dansant”. Hoewel niet al te fit, was het grootste gedeelte der WDT hier aanwezig en ook deze middag, die zeer rustig verliep, mag geslaagd genoemd worden.Door het financiële tekort na het 40 jarig jubileum, werd bij de Burgemeester een verzoek gedaan om gedeeltelijke ontheffing van de vermakelijkheidsbelasting. Dit verzoek werd helaas afgewezen, evenals het verzoek om meer stoelen in de Junushoff te mogen plaatsen.
Tijdens de Jaarvergadering werden aandelen van fl. 25,– aan de leden uitgegeven, om iets aan het tekort te kunnen doen.
Van de Hogeschoolvereniging, afd. Kunstcommissie werd het volgende voorstel ontvangen. Men wilde de komende winter enige malen een beroepstoneelgezelschap of beroepsmusici laten komen. Om nu aan kapitaal te komen wordt enige bestaande toneelverenigingen hier ter stede verzocht een bedrag van f. 200,- te storten. Hierop werd afwijzend beschikt.Op 11 oktober brandde ’s avonds om kwart voor twaalf de grote zaal van Junushoff totaal uit. De repetities van WDT verschoven naar de sociëteitszaal, die gelukkig behouden bleef.
WDT-voorzitter en medeoprichter “Oom Pim” Heidema overleed op 72-jarige leeftijd plotseling, toen hij na het reserveren van twee plaatsbewijzen in de heropende Junushoff, huiswaarts keerde.
24 april 1951
Premiere van “Drie dagen onder de levenden” in de nieuwe Junushoff. Twee plaatsen bleven onbezet, besloten werd het bal-na af te gelasten.
30 mei 1951
Mevrouw Heidema-Brunet de Rochebrune werd tot erevoorzitster van de WDT benoemd.
Ook in 1953 werd met het jubileum weer een gekostumeerd bal georganiseerd, zoals uit deze foto blijkt.
1958 was voor WDT een erg slecht jaar, het jubileum had zoveel geld gekost dat er nog slechts. f. 37,- in kas was, dit was te weinig om een voorstelling te geven. Het aantal donateurs was geslonken tot 133 en de regisseur, de heer Fiege mocht dit jaar op doktersadvies niet meer regisseren, ook het aantal actieve spelers was met 10 erg klein. Er werd ernstig overwogen om de vereniging te liquideren, omdat er niet 2/3 van het aantal leden op de jaarvergadering aanwezig was, kon hierover niet worden gestemd. Uiteindelijk werd besloten dit jaar maar één stuk te spelen en werd de heer Sikken bereid gevonden de regie op zich te nemen voor een in februari 1959 te spelen stuk.
In de jaren vijftig waren de donateurs een belangrijke bron van inkomsten, ze betaalde f. 4,50 per jaar. In 1955 maakte het bestuur zich wel zorgen omdat het aantal donateurs daalde, van 200 in 1952 naar 174 in 1955. De leden werd verzocht om nieuwe donateurs te werven.
“Om het kastekort te verlagen wordt verder voorgesteld om zelf voor hartige hapjes te zorgen, ook omdat de consumpties in Junushoff zo slecht zijn.”
Ondanks de financieel barre tijden bleef de contributie al jaren gelijk, f. 0,50 per maand.
In 1957
probeerde de oud-regisseur, de heer Sirag, om een groep van toneelverenigingen met een overkoepelend bestuur op te richten. Het WDT bestuur was bereid om hierover eens van gedachten te wisselen maar ze wenste geen samensmelting van de diverse verenigingen.
1958
Evenals in 1948 en 1953 werd tijdens het jubileum in 1958 een bal masqué georganiseerd, in tegenstelling tot de vorige keren viel de belangstelling met ongeveer 100 mensen nu tegen. De zaalbezetting tijdens het jubileumstuk was slechts een derde, dit werd geweten aan het optreden van Toon Hermans op de televisie.
In dit jaar werd met het stuk “Het huis van Mungo King”, waarvan de schrijver niet werd vermeld, meegedaan aan “de toneelwedstrijd”. Waarschijnlijk werd deze georganiseerd door de Arnhemse Courant. Hierbij werd de eerste prijs gewonnen, bestaande uit een beker, lauwertak en een bedrag in contanten.
De regisseur, Hans Fiege kreeg de regieprijs.In 1961 werd dit herhaald met “Bekentenis” van Ronald Millar.
Op 22 november werd Boeing Boeing gespeeld voor de personeelsvereniging van drukkerij Veenman, de voorstelling werd in de pauze afgebroken i.v.m. de moord op president Kennedy.
Ook dit jaar werd weer meegedaan aan de toneelcompetitie, in tegenstelling tot de vier voorgaande jaren, waarin steeds de eerste prijs werd gewonnen, vond de jury “Van de Brug af gezien” van Arthur Miller te hoog gegrepen voor WDT.
De contributieverhogingen volgen elkaar nu snel op, weer een verdubbeling, van
f. 1,00 naar f. 2,00, echtparen f. 3,00, alles per maand.
Mevrouw Ineke v.d. Peppel werd lid van WDT. Zij zegt zelf dat het in 1965 was. Omdat er meerdere Inekes lid waren veranderde zij haar naam in Susanne, later Sue en nog later Sjoe. Ze speelde meerdere grandioze rollen en werd in 2008 erelid.
WDT kreeg van de gemeente Wageningen toestemming om in de B.B. (=Bescherming Burgerbevolking)-kelder te repeteren. De huur, die op
f. 7,50 kwam, zou door de gemeente worden betaald.
In dit jaar kreeg WDT voor het eerst structureel subsidie van de gemeente en wel f. 500,- per jaar.
Frits v.d. Peppel schreef, als waarnemend secretaris zijn eerste notulen van een bestuursvergadering. Hij kon toen nog niet vermoeden dat dit uiteindelijk zou resulteren in een erelidmaatschap.
Er was door verschillende mensen al vaker op aangedrongen, maar in dit jaar werd de WDT voor het eerst geregisseerd door een “beroepsregisseur” en wel Teunke Hauer (de kosten werden betaald door de WSTA). Het echtpaar Arend en Teunke Hauer (de ouders van) zou WDT nog enkele malen regisseren.
“Toen Teun Hauer voor de eerste maal op een repetitie kwam van ons was zij wel geschrokken van het spelpeil van onze groep Zij kreeg dan ook het gevoel levensgevaarlijk aan het werk te gaan.”
De financiële toestand van WDT werd gered door verschillende uitkoopjes en door het figureren van verschillende mensen bij een televisiespel van de NCRV, dit laatste bracht f. 700,- op.Daar het bal tijdens de laatste voorstelling op een fiasco uitliep, werd besloten om dit voortaan te laten vervallen..In een bestuursvergadering uitten enkele bestuursleden kritiek op de regie van Teun en Arend Hauer. “De regie doet soms wat stoffig aan en draagt teveel het karakter van regie van voor de oorlog volgens het “Handboek voor het Toneel”.
In dit jaar werd een extra productie in “het Hemeltje” gespeeld en wel “Gravin Catelene” van Yeats. De regie was van Catherine ten Bruggencate, nu een van de betere Nederlandse actrices. Dit stuk was ook voor het begin van de toneelcarriere van Hanneke Riemer, nu bekend van verschillende films en tv series (Otje, Ibbeltje, Kleine Teun, Pluk van de Petteflet, Mijn Franse tante Gazeuse, Mus en Flodder).
Op de de ledenvergadering van 1977 werd een kritische brief van Tinus de Kam behandeld, die veel stof deed opwaaien. Er zou “onvoldoende worden getracht het kreatieve talent bij de leden te ontwikkelen en uit te buiten”. Het succes van WDT “als daar al sprake van is, wordt meer gebouwd op routine dan op artistiek talent”. Technische vaardigheden en routine zouden voor WDT belangrijker zijn dan talent. Er zou sprake zijn van “het op de planken smijten van een toneelstuk, dit heeft niets te maken met kreativiteit en spelplezier…….. Het spreekt vanzelf dat alleen routiniers dit nog tot een redelijk einde kunnen brengen. Niet, omdat ze zo talentvol zijn, maar omdat ze routiniers zijn. …het stuk word veelal aangepast aan het aantal toneelrobots”.
Dit is nog maar een kleine selectie van kritiekpunten uit de brief. Tinus stelde voor om niet alleen geroutineerde spelers te selecteren omdat de repetitietijd te kort is. Verder wilde hij één grote productie in de Junushoff en een kleine productie voor kleine theaters.
Sommige leden zagen alleen maar de kritiekpunten en waren woedend, anderen zagen er wel iets in en enkele jaren later zou WDT inderdaad jaarlijks een “grote” en een “kleine” productie doen.
Hartstikke leuk om te lezen, Ineke van de Peppel later Leusen werd inderdaad lid in 1965. En haar tweede naam is Susanne met een “s” en niet met een “z” …
Is gebeurd.